De korfballers van Dalto deden zaterdagavond aan klantenbinding. DSC moest in een spannende strijd het hoofd buigen (26-25), al mocht de Driebergse hoofdklasser in de slotseconden niet klagen.
Stan Bos
Driebergen
Als het spektakelstuk tussen Dalto en DSC de amuse was voor een kostelijk zaalseizoen, dan staat de korfballiefhebber deze jaargang nog heel wat smakelijke gerechten te wachten. De kraker in Hoenderdaal was een heerlijk gevecht om de punten, een billenknijper met een apotheose waar Dalto zich van beide teams het gelukkigst mee mocht prijzen.
Niet dat de zege onverdiend was, maar als scheidsrechter Jeffrey Michiels – met zijn assistent Rik Nijland toch al niet de arbitrale uitblinkers in de hoofdklasse – de bal in de slotseconde op de stip had gelegd voor de Brabanders, dan was een ronkende remise een terechte afspiegeling geweest.
Zo’n wedstrijd was het dus. Pure PR voor korfbal tussen twee ploegen die het onderste uit de korfbalkan willen halen. Welkom in de hoofdklasse; dat was de boodschap voor Nienke Hoogeveen. De 26-jarige korfbalster uit Den Haag maakte deze zomer de overstap van overgangsklasser De Meervogels naar hoofdklasser Dalto. In Zoetermeer vond ze haar draai niet en was er geen klik met de groep. Plezier vond ze in Driebergen wel, waar ze, in tegenstelling tot De Meervogels en Die Haghe, in de top van de hoofdklasse kan meedoen.
Furieus
Hoogeveen, die in Houten werkt, noemde de winst op DSC zwaarbevochten. Ze sloeg er de spijker mee op de kop. Dalto startte weliswaar furieus, nam met 4-0 en 10-6 twee keer superieur de leiding en leek tegen de Eindhovense formatie een eenvoudige avond te krijgen. De wissels van DSC draaiden de wedstrijd helemaal om. De Brabanders knokten zich knap terug en konden veel schotpogingen doen. Het noopte Daltocoach Barry Schep tot ingrijpen. Routinier Maarten Groot Hulze bleef achter, het boomlange jeugdtalent Joost Wattel moest in de rebound – onder de korf – voor controle zorgen.
Dat plan slaagde deels, want Dalto en DSC gaven elkaar geen duimbreed toe. “De laatste minuten waren echt zenuwslopend”, zei Hoogeveen. “Het is een verschil of je in de aanval staat of in de verdediging. Daar sta je voortdurend onder druk. Gelukkig sleepten we ‘m binnen. Voor het publiek was dit een fantastische wedstrijd. Ze stonden ook echt achter ons. Als je in het veld staat, dan voel je dat.”
Hoogeveen noemt haar stap naar Dalto ‘een uitdaging’. Via-via kwam de club op haar pad. Voor haar werkt reist ze veel en omdat ze in Houten werkt, is de reisafstand naar Driebergen op trainingsavonden te overzien. “Alleen op zaterdag is de afstand verder, maar ik ben het gewend. Ik heb de ambitie om bovenin de hoofdklasse mee te doen.” Dat ze meteen een basisplaats afdwong in Driebergen kwam voor haar als een verrassing. “Ik had er wel op gehoopt. Vanaf het begin ben ik er vol voor gegaan.”
Het is precies de instelling die Dalto zoekt in spelers. Alles moet aan de kant voor het heilige doel: binnen drie jaar een stabiele factor zijn in de Korfbal League, het hoogste podium van het land. Drie keer in de week trainen, maximaal investeren in persoonlijke ontwikkeling, beelden bekijken, minstens eens per week samen eten en een livestream met commentaar; alle randvoorwaarden om in de hoofdklasse al een Korfbal League-waardige vereniging uit te stralen, zijn aanwezig.
Concurrentiestrijd
Na twee wedstrijden heeft Dalto de volle buit. De concurrentiestrijd met DeetosSnel, Wageningen en DSC om een plek in de play-offs wordt hevig, zaterdag gaf Dalto een voorproefje. Of zoals coach Schep het zei: “Ik win liever elke week op deze manier, dan zoals vorige week heel ruim van Sparta Zwolle.”