• Historie Dalto en korfbal

Historie Dalto

Op deze pagina vindt u de historie van onze vereniging, maar ook van het ontstaan van korfbal. Bovendien vindt u hier onze Eregalerij.

Al bijna 65 jaar neemt korfbalvereniging Dalto een niet meer weg te denken plaats in binnen de Driebergse gemeenschap. Op 1 april 1953 werd Dalto (De Aanval Leidt Tot Overwinning) opgericht. Toch bestond Dalto ook al ver voor die datum. Al in 1933 was er voor het eerst sprake van een korfbalvereniging met de naam Dalto. Twee onderwijzers richtten een sport- vereniging op met de afdelingen voetbal, gymnastiek en korfbal. In 1942 werd Dalto door de Duitse bezetter verboden nog langer als vereniging te functioneren. In 1947 werd Dalto weer actief, maar was tot 1950 meer een papieren vereniging. Pas in dat jaar werd weer officieel aan de competitie deelgenomen met twee teams. In 1952 ging de vereniging echter toch weer ter ziele. Een half jaar later lukte het enkele enthousiastelingen om de vereniging, nu definitief, weer nieuw leven in te blazen. Met meer dan 400 leden is de club tegenwoordig wekelijks actief binnen de lijnen.

Algemeen

Korfbal, de familiesport bij uitstek, is vanaf de oprichting in 1903 uitgegroeid naar een sport waarbij aan de top keihard wordt gepresteerd. Maar ook spelers die niet zo nodig twee tot drie maal per week diep willen gaan op het trainingsveld kunnen hun energie goed kwijt. Ook korfballen zonder wedstrijdverplichtingen kan in alle leeftijdscategorieën.

Samen sporten komt bij jong en oud nog eens dubbel tot uiting doordat korfbal, als enige teamsport gemengd gespeeld wordt. Per team net zoveel jongens als meisjes en net zoveel mannen als vrouwen. En voor allemaal gelden dezelfde spelregels.

De jeugd heeft de toekomst. Vanaf een jaar of drie zijn de jonkies al welkom. Samen met vriendjes en vriendinnetjes maken zij bij de Kangoeroes spelenderwijs kennis met het korfbal. Plezier maken staat voorop en toch, zonder dat zij het in de gaten hebben, wordt handigheid verkregen in het spelen met de bal.

Successen

Dalto staat bekend als een vereniging met een goede jeugdopleiding. Dat blijkt ook jaarlijks in de eindstand van de competities. Zowel aan het eind van de zaal- als van de veldcompetitie zijn er veel kampioenstaarten uit te delen. Doordat Dalto in iedere leeftijdscategorie in de hoogste competitie uitkomt, komen die kampioenen dan weer uit in de eindronde voor het Nederlands Kampioenschap. Bij de Junioren werd de afgelopen jaren zeven maal de finale gewonnen in het korfbalwalhalla AHOY’. In 2001 en 2004  werd daar een veldkampioenschap aan toegevoegd. Prolongatie van het Nederlandse titel in AHOY’, was bij juniorenteams nog niet eerder voorgekomen.  In maart 2005 kon voor de vijfde maal de beker voor het kampioenschap in de zaal in ontvangst worden genomen. De veldcompetitie werd in totaal driemaal gewonnen. Bij de aspiranten zijn ook C1 en B1 al een aantal keren succesvol geweest bij de nationale kampioenschappen.

De finale van veldseizoen 2002-2003 werd voor Dalto een unieke afsluiting van het jubileumjaar. Het eerste team speelde voor het eerst in een kruisfinale voor een plaats in de finale om het Nederlands Kampioenschap. Na die eerste kruisfinale zijn er inmiddels nog vier gevolgd. In het seizoen 2004-2005 was er al weer een unicum in de geschiedenis van onze vereniging. Met maar liefst drie teams werd deelgenomen aan de veldfinales tijdens de Nationale Korfbaldag in Eindhoven. De A1 en het eerste moesten medefinalist PKC voor laten gaan. De B1 versloeg Fortuna en behaalde de dubbel.

Op het veld werd Dalto 1 in 2008 en 2012 Kampioen van Nederland! Voor Dalto 2 is een finaleplaats voor het kampioenschap van Nederland bijna een jaarlijks terugkerend ritueel. Op het veld en de zaal werden al vele titels behaald.

Accommodaties

Tijdens de veldperiode trainen en spelen wij op De Woerd, waar wij met drie kunstgrasvelden over een prachtige accommodatie beschikken.  Dalto neemt met ruim dertig teams deel aan de competitie. Die competitie is er voor alle leeftijdscategorieën en op alle niveaus.

Sinds oktober 2016 beschikt Dalto over een fraai clubhuis. Hieronder bij ‘Clubhuis Dalto’ kunt u alles lezen over de bouw en de feestelijke opening. Beheer en groot onderhoud van onze accommodatie wordt gedaan door de Stichting ondersteuning korfbalbeoefening Driebergen. Wij delen de accommodatie een aantal dagdelen per week met BSO Dol Fijn. Meer info vindt u bij Commissies/Accommodaties.

Sporthal Hoenderdaal vormt tijdens de winterperiode de thuishaven. In deze prima accommodatie worden de thuiswedstrijden in een fantastische ambiance met regelmatig meer dan 800 toeschouwers gespeeld. Wilt u niet zelf spelen, maar wel een spannend avondje korfbal meemaken, dan bent u welkom!

Dalto heeft een bruisend verenigingsleven. Korfballen is natuurlijk de hoofdmoot daarin, maar gezelligheid, vrienden maken en saamhorigheid zijn ook erg belangrijk. De maandelijkse feesten voor jong en oud zijn dan ook niet te versmaden.

Informatie

Mocht u naar aanleiding van deze informatie nog vragen hebben of eens vrijblijvend bij een training willen kijken of meedoen, dan kunt u terecht bij onze secretaris (mail: secretaris@dalto.nl).

Sfeerimpressie Fandag 2017

Dalto-Ere-GalerijDalto Eregalerij

Erelid:
Bert Schaafsma, geb. 14-12-1932
Rijk van Ginkel, geb. 27-01-1931
(overleden op 15 maart 2016)
Rob van Dort, geb. 29-07-1949
Wouter Sonneveldt, geb. 09-07-1938
(overleden in 2007)

Lid van verdienste:
Jan Karstens, geb. 27-03-1939
Fia Nooteboom, geb. 27-05-1949
Jeanet Liebeek, geb. 11-12-1951
Warrie Ceelen, geb. 28-12-1933 (overleden in 2013)

Ere-voorzitter:
Paul van de Griendt, geb. 26-8-1970
Kees Olthof, geb. 15-12-1929 (overleden op 24 maart 2017)
Peter van Brenk, geb. 19-02-1950

Clubhuis Dalto

Het nieuwe clubhuis van Dalto is geopend op 15 oktober 2016.

De acties die gehouden zijn om de bouw te realiseren en de foto’s van die bouw vind je op de pagina ‘Samen bouwen aan de toekomst’.

De foto’s en video van de opening vind je op de pagina ‘Feestelijk opening’.

Dalto Clubhuisactie

Historie van korfbal

Korfbal is in 1902 bedacht door de Amsterdamse onderwijzer Nico Broekhuysen. In die tijd moest men hard werken om de touwtjes aan elkaar te knopen en zelfs kinderen moesten werken. De Amsterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (ABLO) besloot dat gymnastiek een goed middel zou zijn om de kinderen gezond bezig te laten zijn en ze afleiding te geven. De onderwijzers wisten echter niet goed hoe ze gymnastiekles moesten geven. Daarom stuurde de ABLO onderwijzers naar cursussen in Zweden om ze dit te leren.

In 1902 werd Nico Broekhuysen naar Nääs in Zweden gestuurd om een cursus te volgen. Een van de onderdelen was kennis maken met spelletjes in de open lucht. Bij één spel (Ringboll) moest men een bal door een ring gooien. Die ring zat aan een paal van 3 meter hoog. De sporters werden verdeeld over 3 vakken. Ringboll werd gemengd gespeeld, wat in die tijd haast ondenkbaar was. Daarnaast mochten de spelers en speelsters niet uit hun vak komen.

Bij terugkomst in Amsterdam besloot Nico Broekhuysen met de leerlingen van zijn klas een soortgelijk spel te spelen. Ringboll werd aangepast. De ring aan de paal verdween en maakte plaats voor de bekende rieten manden. Hierdoor kon beter worden geoordeeld of er gescoord werd. Verder werden de spelregels zo aangepast dat de kinderen ze konden begrijpen en werd de naam veranderd in korfbal.

Korfbal werd in korte tijd erg populair. Niet alleen de leerlingen speelden het spel, ook de onderwijzers. Deze onderwijzers besloten een vereniging op te richten. In korte tijd waren er 5 korfbalclubs en Nico Broekhuysen besloot dat de tijd rijp was om deze samen met Agilitas (Weesp) en ’t Doel (Bussum) te verenigen in een bond en op 2 juni 1903 werd de Nederlandse Korfbal Bond een feit met Nico Broekhuysen als voorzitter. In 1938 werd het NKB ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan koninklijk: Koninklijke Nederlandse Korfbal Bond, KNKB. Korfbal kreeg zo landelijke erkenning en waardering.

De KNKB was niet de enige korfbalbond in Nederland. In 1920 werd de Christelijke Korfbalbond (CKB) opgericht. In deze bond overheersten de godsdienstige principes. Zo mocht er bijvoorbeeld niet op zondag gekorfbald worden. In 1973 gingen de KNKB en de CKB samen verder in het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV). Daarbij werd afgesproken dat de clubs, die bij de CKB behoorden, niet op zondag hoefden te spelen. Een derde korfbalbond – de Nederlandse Dames Korfbal Bond (NDKB) – bestond uit alleen vrouwen en meisjes.
Korfbal wilde men wel beoefenen, maar om godsdienstige redenen was gemengd korfbal ondenkbaar. De Rooms Katholieke Dames Korfbal Bond (RKDKB) werd opgericht, die later zijn godsdienstige stempel enigszins kwijt is geraakt en de naam veranderde in NDKB. Per 1 januari 1994 is de NDKB samengevoegd met het KNKV, zodat er één bond is in Nederland: Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV).

Verschil vroeger – nu
Het grootste verschil met vroeger in het spel zelf, is het aantal vakken. Tot 1991 werd namelijk met 3 vakken gespeeld (12 personen per team), waarbij het middelste vak als ‘doorgeefvak’ fungeerde. Dit vak zorgde er alleen maar voor dat de bal van het verdedigingsvak naar het aanvalsvak werd verplaatst, en vormde zo een extra moeilijkheid. Vanaf de afschaffing van het middenvak, werd ook het spelen op kunstgras mogelijk. Verder is het spel met zijn tijd meegegaan; in plaats van de eerdere mannelijke hoofdaanvallers, kregen vrouwen steeds meer een gelijkwaardige rol in het spel. Pas in 1965 werd een totaalverbod op verdedigd schieten ingevoerd, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. In het topkorfbal wordt deze spelregel zelden vertaald in het daadwerkelijk affluiten bij verdedigd schieten. De verdedigers moeten hier wel héél dicht op de aanvaller staan, wil er afgefloten worden.

Tactische en technische snufjes deden steeds meer hun intrede in de sport. Vanaf de jaren ‘70 kwamen er meer oplossingen voor verschillende situaties, zodat teams op allerlei tactieken konden inspelen. Vanaf die tijd kwam bijvoorbeeld het voorverdedigen op. In de jaren ‘80 het gebruik van rebounds, uitblokken en achterverdedigen. De jaren ‘90 bestaan vervolgens weer uit het bedenken van allerlei oplossingen voor de nieuw gebruikte snufjes en technieken. Op de Korfbal Challenge wordt jaarlijks geëxperimenteerd met verschillende spelregels, zoals de toekenning van vrije ballen en het gebruik van een schotklok. Dit laatste experiment heeft geleid tot invoering van de schotklok in de Korfbal League.

Competitie
Vanaf de invoering van zaalkorfbal in 1953 worden er in korfbal twee op zichzelf staande competities afgewerkt (zaal en veld). De seizoenindeling is altijd hetzelfde gebleven. Het veld werd tot 1987 belangrijker gezien dan de zaal, aangezien bijna geen enkele club over een eigen spothal beschikte. Inmiddels is de zaalcompetitie het meest prestigieus geworden, en zijn er op het veld, buiten wat kleine competitieaanpassingen, geen extreem noemenswaardige ontwikkelingen te melden.

Kunststof korf
In 2004 maakte de traditionele rieten mand plaats voor de kunststof korf. Belangrijkste voordeel aan de invoering van deze kunststof korf, was dat het meewerkte aan de modernisatie en professionalisering van de sport. De nieuwe korfvariant is veel minder ‘flexibel’ dan de oude manden. De kunststof korf maakt met zijn harde eigenschap een einde aan de verschillende korven en manden bij de korfbalverenigingen, zodat elke club overal evenveel kans heeft te scoren en evenveel profijt heeft van de korven. Invoering van de kunststof korf was één van de basisvoorwaarden om een topcompetitie als de Korfbal League te kunnen starten.