[av_hr class=’invisible’ height=’7′ shadow=’no-shadow’ position=’center’ custom_border=’av-border-thin’ custom_width=’50px’ custom_border_color=” custom_margin_top=’30px’ custom_margin_bottom=’30px’ icon_select=’yes’ custom_icon_color=” icon=’ue808′ font=’entypo-fontello’ custom_class=”]
KZ/Hiltex A1 – Dalto/Jumbo Verberne A1 22-21 (rust 13-13)
De wedstrijd tegen KZ, eentje die we hoe dan ook moesten winnen. Niet alleen omdat we de punten heel erg nodig hadden, maar ook omdat we simpelweg tegenover onszelf verplicht waren met kwaliteit de punten binnen te slepen en mee te nemen naar het mooie Driebergen. Helaas zag het er allemaal niet zo rooskleurig uit toen we eenmaal aan de wedstrijd waren begonnen. Het kwalitatief kapotspelen is iets wat ons de laatste tijd wel vaker mislukt. Een puntje van aandacht uiteraard.
We bouwden elke keer een kleine voorsprong op, die KZ weer wist terug te winnen, waardoor we nooit echt uit konden lopen. Dit fenomeen speelt wel vaker als er een underdog in het spel is, maar wij dachten daar toch écht op voorbereid te zijn door onze tegenstander niet te onderschatten en gewoon volle bak die wedstrijd in te gaan. Surprise, surprise, voorbereid waren we blijkbaar niet. De gouden handjes blijken in dit soort wedstrijden bij ons altijd te ontbreken. Ook nu, dus we moesten de rust in met een ondermaatse, maar kansrijke ruststand van 13-13.
We begonnen weer aan de tweede helft, wetende dat we dit echt niet mochten verliezen. Weer ging de score heen en weer, tot KZ wist uit te lopen. Wij kwamen terug tot een gelijke stand van 20-20 en vervolgens 21-21.
De laatste aanvallen waren ingegaan en de coaches riepen van de kant dat een gelijkspel ook goed was. Sommigen hoorden dat luid en duidelijk, anderen waren te diep in het spel verzonken om te kunnen letten op deze cruciale aanwijzing van de kant. Er stond namelijk maar één taak op onze to-do lijst die dag: Winnen. Niemand van ons had eigenlijk gedacht dat het tot zo’n einde zou komen. Toch kwam die beslissende doorloopbal van niemand minder dan de dochter van Mast. Althans, het had zijn dochter geweest kunnen zijn. Met haar stemvolume had ze die bal er ook ingeblazen, maar vandaag deed ze het met haar handen. Een laatste doorloopbal om alles kapot te maken. 22-21.
Er zit zeker een kern van waarheid in om te zeggen dat we lullig hebben verloren (of “schlemielig”, kies maar een passende benaming), maar uiteindelijk is er maar één conclusie: Je verpest het met elkaar. In een teamsport is het heel lastig om een wedstrijd in je eentje te verpesten, want als het zover komt dat een tikje genoeg is om de toren om te gooien, was de toren gewoon niet sterk genoeg.
Ja ik weet het, Jenga en korfbal is een rare combinatie, maar de metaforen groeien me nou eenmaal niet op de rug.
Toch is er nog een zonnige kant aan dit hele verhaal. Mocht u, nu de lente is begonnen, per toeval (of heel veel geluk) een klavertje vier hebben gevonden, dan is aankomende zaterdag 11 maart het moment om dit geluk op de proef te stellen! DOS’46 komt bij ons een potje mandjeballen en wij zouden het zonde vinden als u uw geluk thuis laat liggen. Een overwinning met 9 punten verschil bezorgt ons namelijk toch nog een plekje in de play-offs! Uiteraard zijn wij al aan het uitzoeken aan welke Griekse god wij een offer moeten brengen, maar elk beetje helpt! Tot zaterdag!
Joost