Mathijs den Ouden heeft reden tot juichen na weer een treffer. Den Ouden scoorde acht keer voor Dalto in het duel met Oost-Arnhem. Rechts Quinty Stahli. Foto Gertrude de Vries (korfbalfoto.nl)
 .
Mathijs den Ouden (26) is niet alleen meer de spits van Dalto, maar ook mentor van zijn vak. Tegen Oost-Arnhem (31-21 winst) scoorde hij acht keer in de Korfbal League 2.
Stan Bos
Driebergen
Op de achtergrondklanken van You’ II never walk alone doet Mathijs den Ouden zijn verhaal. De symboliek druipt van het nummer af, want als er één korfbaljaargang is waarin Dalto de steun van het publiek nodig heeft en de bandbreedte mist om ‘alleen te lopen’, dan is het nu. De vrolijke D-side, die de ploeg twee keer 25 minuten vol passie steunde, kan de Driebergse korfballers zomaar een paar keer over het dode punt helpen.
Dalto is in opbouw. Vraag het om je heen en overal klinkt hetzelfde antwoord. Bijna alsof het is ingestudeerd, maar het is ook de realiteit. Rudo Schulting stopte, Joost Wattel zit voor studie in Afrika, Lotte van Montfort verkaste naar HKC uit Hardinxveld en Karin van den Brink zit in de lappenmand. Allemaal ervaring die Dalto onder auspiciën van de nieuwe coach Jesper Oele moet missen. De gemiddelde leeftijd van de ploeg bedraagt 21 jaar.
Inkakfase
Dat is terug te zien in het spel. Een flitsende start, met onder meer twee doelpunten van Den Ouden. Daarna een inkakfase van acht minuten zonder treffer, om voor rust toch uit te lopen naar 12-7. Hemeltergend zwak uit de rust.
Plotseling staat het 14-14, omdat Oost-Arnhem bloed rook en de treffers als rijpe appelen in de mand vielen. En ineens was daar weet in het laatste deel het ontketende Dalto, een fase waarin Den Ouden, Rene Siedsma en Kris Boere hun productie opschroefden naar respectievelijk acht en zeven treffers.
Dus bleven de punten in Driebergen, tot opluchting ook van Den Ouden. Hij is pas 26, maar ondertussen de routinier van het team. Den Ouden moet zorgen voor de controle in het jonge vak met Gideon Gort, Fleur Kroes, Quinty Stahli en de succesvolle invaller Thijs van de Griendt.
“Ik moet iedereen coachen, geconcentreerd houden, zorgen dat we niet verslappen. Leuk om te doen. Toen ik net bij de selectie kwam, zei ik niet zo veel. Ik had toen Maarten Groot Hulze naast me staan. Daar hoefde ik niks tegen te zeggen, want dan kreeg ik gelijk op mijn donder.”
Nu wordt van Den Ouden hetzelfde verwacht, al zijn ze heel andere types. Groot Hulze had de uitstraling van een ‘klootzak’ binnen de lijnen, een eigenschap die Den Ouden niet van nature heeft. “Ons vak heeft veel duidelijkheid nodig. Dat vinden ze fijn. Ik heb Fleur naast me, die praat ook veel. Als Thijs in het veld komt, dan komt-ie voor goals. We weten wat we aan hem hebben. Zodra iemand in het veld komt, weten we wat we kunnen verwachten.” Den Ouden had nu ook zomaar in de Korfbal League kunnen spelen. Oud-trainer Barry Schep wilde hem graag meenemen naar Blauw-Wit. Den Ouden volgde zijn hart.
Familieclub
“Ten eerste ben je veel tijd kwijt met reizen, maar Dalto voelt beter en fijner. We hebben een jonge ploeg. Rudo stopte, Joost stopte een tijdje en Dalto is een familieclub. Dat voel je nu nog meer. Straks gaan we lekker met z’n allen naar de kantine. Dan komen er ook veel mensen. Het voelde beter om hier te blijven. Ik weet welke rol ik hier kan spelen.”
Of dat leidt tot een plek in de top-4, waarmee een plek in de play-offs is te verdienen, weet Den Ouden niet. “Dat durf ik niet hardop te zeggen. Halverwege het zaalseizoen kan ik een betere inschatting maken. Als we aanvallend zo blijven spelen, maken we een goede kans, maar het wordt lastig.”