[av_hr class=’invisible’ height=’4′ shadow=’no-shadow’ position=’center’ custom_border=’av-border-thin’ custom_width=’50px’ custom_border_color=” custom_margin_top=’30px’ custom_margin_bottom=’30px’ icon_select=’yes’ custom_icon_color=” icon=’ue808′ font=’entypo-fontello’ custom_class=”]
Dochter Tess hield Lonneke Habermehl overeind na overlijden oud-topkorfballer
‘Ik weet dat hij het goed heeft’
[av_hr class=’invisible’ height=’6′ shadow=’no-shadow’ position=’center’ custom_border=’av-border-thin’ custom_width=’50px’ custom_border_color=” custom_margin_top=’30px’ custom_margin_bottom=’30px’ icon_select=’yes’ custom_icon_color=” icon=’ue808′ font=’entypo-fontello’ custom_class=”]
Acht jaar geleden verloor Lonneke Habermehl haar man en ex-topkorfballer van Dalto Robert aan een hersentumor. Voor haar dochter Tess moest ze door. „Je moet weer een nieuw evenwicht vinden.”
Stan Bos
Driebergen
De lach als medicijn tegen de pijn van een verloren liefde. Als Lonneke Habermehl vertelt dat haar dochter Tess tweeënhalf was toen haar vader overleed, wordt ze abrupt door haar nu 10-jarige kind verbeterd. “Ik was op vier dagen na tweeënhalf”, zegt Tess, waarop haar moeder in een daverende lach schiet. Het is ruim acht jaar na het overlijden van Robert Habermehl, die op 8 april 2009 overleed aan de gevolgen van een kwaadaardige hersentumor. Op de vraag hoe het nu gaat, antwoordt Habermehl gedecideerd: “Goed.”
“Ik heb het een plek gegeven, je gaat door met leven”, vertelt ze in haar woning in Driebergen, waar ze een jaar na het overlijden van Robert met haar dochter naartoe verhuisde. “Je moet weer een nieuw evenwicht vinden. Door mijn dochter moest ik door, maar het heeft jaren geduurd, voordat ik het evenwicht terug had. Ik kwam mezelf tegen. Robert kende ik vanaf mijn vijftiende. We waren bijna tien jaar getrouwd. Toen hij stierf, viel er een gat. Na de verhuizing naar Driebergen ben ik omgevallen. Ik had een burn-out.”
Angst, paniek, vermoeidheid; alle kwalen die bij een burn-out horen, kwamen naar boven. “Robert was iemand op wie ik kon bouwen. Dat valt dan ineens allemaal weg. Het heeft met een vorm van vertrouwen te maken. Dat moet je dan weer helemaal vanaf de grond opbouwen en vertrouwen krijgen dat alles weer lukt. Robert werd 33 jaar en ineens was ik hem voorbij in leeftijd. Daar sta ik dan even bij stil, maar ik kan er niets anders van maken. Er zijn mensen die – als je zoiets hebt meegemaakt – hun bed niet meer uitkomen of aan de drank raken. Dat Tess er is, gaf en geeft me regelmaat.”
Vanuit korfbalclub Dalto kreeg Lonneke na het overlijden van Robert veel steun. Zelfs toen Robert aan zijn rolstoel was gekluisterd, bleef hij het eerste team
aanmoedigen. “Op het laatst ging hij niet meer voor het spelletje, maar echt om onder de mensen te zijn. Toen hij er niet meer was, kregen we uit allerlei hoeken veel reacties. Vanwege de geboorte van onze dochter hadden we een site gemaakt. Daarop schreef ik later ook stukjes over zijn ziekte vanuit het perspectief van Tess. Floris Stam opende op zijn site een condoleanceregister. Heel bijzonder hoe er toen vanuit korfballand is gereageerd. Robert – en ik ben natuurlijk hartstikke bevooroordeeld – was open en vriendelijk en maakte met iedereen een babbeltje, ook met tegenstanders. Dat krijg je uiteindelijk terug.”
Spandoek
De fanatieke aanhang van Dalto, de D-side, maakte een spandoek met zijn afbeelding. Daarboven stond de tekst: Giant. “Heel speciaal”, vertelt Habermehl. “Bij Dalto zijn de afgelopen jaren meerdere jonge mensen overleden, zoals Pascal Klomp en Rob Heijbroek. Bijzonder dat daar bij een vereniging plek voor is om daarmee om te gaan. Dalto is een warme club.” Het gemis blijft, de pijn ook, al is die met het verstrijken van de jaren verzacht. Zelfs tot in de laatste weken voor zijn overlijden hield Robert zijn gevoel voor humor. “Dan zei hij bijvoorbeeld: ‘Lon en ik zijn gelukkig getrouwd. Lonneke gelukkig en ik getrouwd’.”
Robert mankeerde nooit wat. Toen de artsen een hersentumor constateerden, was het onduidelijk hoe lang hij nog had te leven. “Het moeilijkste vond Robert
nog om ons los te moeten laten. Ondanks dat hij half was verlamd, zei hij altijd: ‘Ik ben er nog’. Weet je, Robert heeft nooit gerookt of gedronken. Het enige dat
hij voor de wedstrijd altijd at, waren twee broodjes frikadel zonder saus.” Opnieuw schatert Lonneke om haar eigen woorden, maar in haar hart gaat de pijn nooit helemaal weg. “Robert speelde vooral in het oude Hoenderdaal, Dalto heeft een nieuwe kantine en de Sanato in Zeist, waar hij werkte, ligt plat. Steeds meer dingen uit zijn tijd zijn weg of veranderd.”
Het overlijden van de oud-topkorfballer blijft voor zijn weduwe ‘iets ongrijpbaars’. “De tijd gaat heel hard, maar zo kort na zijn overlijden niet. Toen voelde ik elke dag rouw, elke dag het gemis. Robert was iemand van een lolletje, terwijl ik veel meer van het serieuze ben. Daardoor vulden we elkaar heel goed aan, maar nu ben ik erachter dat je die lol zelf moet maken. Ik geloof in het hiernamaals en weet dat Robert het daar goed heeft.”
Shirt aan Wall of Fame
DRIEBERGEN – Lonneke Habermehl deed afgelopen seizoen – bij afwezigheid van de vaste coach – de coaching van Dalto D4, de ploeg van haar dochter Tess. Daarnaast draait ze af en toe een kantinedienst. “In het begin vond ik dat lastig en was het emotioneel zwaar”, vertelt ze. Ik heb het ook een tijdje niet gedaan.” Habermehl is blij dat haar man Robert nog voortleeft in de gedachten van veel Dalto-mensen. “Laatst kwam Robert Veenendaal vragen of hij een shirt van Robert mocht gebruiken voor de Wall of Fame in de nieuwe kantine. Prima, want anders ligt dat shirt hier toch alleen maar in de kast. Gelukkig wordt Robert niet vergeten.”